‘Ze hebben zulke rare ideeën!’ was de doorsnee reactie op het speelse verzet van provo’s en hun geestverwanten tegen de bestaande orde. Maar zij bleken de ware realisten. Tegen het grimmige egoïsme van nu zou hun vrolijke vrijheidsgeest een geducht wapen zijn.
Op een goede ochtend in de zomer van 2020 stond hij daar opeens, in de voortuin van Roel van Duijn in Amsterdam-Slotervaart: een kabouter. Een onbekende had hem daar ’s nachts neergezet, maar dat vindt Van Duijn een al te prozaïsche formulering om zijn komst te beschrijven. Liever strooit hij wat magie in het verhaal, om de gebeurtenis uit de sfeer van het alledaagse te halen: ‘Een halve eeuw zijn de kabouters onder de grond gebleven. Nu is er eentje zelf aan komen wandelen en naast mijn voordeur komen staan.’ Lees verder “Het ludieke alternatief”
In het CDA-drama liep de geprononceerde politicus Pieter Omtzigt zich stuk op de koele bestuurder Wopke Hoekstra. Opvallend: in de formatie drijft Hoekstra juist op emoties en heeft de ratio hem – en Mark Rutte – in de steek gelaten.
Je kunt in het CDA de christen-democratie maar beter niet al te serieus nemen. Pieter Omtzigt is niet de eerste CDA’er die in zijn politieke handelen en denken trouw wil zijn aan het CDA-motto ‘partij van de samenleving’ en het dáárdoor heeft moeten afleggen tegen apparatsjiks die zijn onbewimpelde optreden als zand in de machine ervoeren. Zij versleten zijn vasthoudendheid in de toeslagenaffaire, waarin hij opkwam voor mensen die door de overheid in de vernieling waren gejaagd, voor ‘lastig’, hinderlijk voor de ‘eenheid’ en tekenend voor zijn gebrekkige gevoel voor verhoudingen. Lees verder “Omtzigt en zijn voorgangers”
Marktwerking in de zorg was voorheen een toverbegrip voor de politiek. Maar die marktwerking heeft de bureaucratie doen exploderen. Paul Frissen pleit voor een gezondheidszorg op basis van publiek gefinancierd, maatschappelijk initiatief.
Is iets een markt louter door het bij voortduring een markt te noemen? Hoewel het – ontkennende – antwoord evident is, kan het volgens Paul Frissen geen kwaad als politici die problemen in de gezondheidszorg wijten aan een ‘doorgeschoten marktwerking’ zich die vraag wel stellen. Hun diagnose is volgens hem onjuist: van een markt in de zorg is geen sprake. Daardoor blijven adequate oplossingen van problemen met de toegankelijkheid, de betaalbaarheid of de kwaliteit van de zorg buiten beeld. Lees verder “‘De markt is een amorele institutie’”
Advies aan de (in)formateur (4): Reinier van Zutphen, Nationale Ombudsman
De Nationale Ombudsman denkt dat de vernieuwingsgeest van de jaren zestig en zeventig in deze tijd van pas kan komen. De overheid moet leren haar burgers tegemoet te treden zonder achterdocht. ‘De overheid ziet burgers nu als potentiële fraudeurs.’
Door Marcel ten Hooven en Irene van der Linde
Hij zegt het halverwege het gesprek, bijna tussen neus en lippen door: ‘In de manier waarop we kijken naar de mensen in de samenleving, naar onze medeburgers, moeten we eigenlijk terug naar de jaren zeventig.’ We zitten aan een lange vergadertafel in zijn kantoor in Den Haag, vanaf de vijfde verdieping kijken we uit over de regeringsstad. Even later, gevraagd naar zijn precieze bedoeling met die terloopse opmerking, beklemtoont Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen hoezeer destijds in de maatschappij het gevoel van urgentie leefde om vastgeroeste instituties op te schudden. De vrijheidsgeest van die tijd sloeg neer in nieuwe wetten, met meer individuele rechten en een solide rechtsbescherming van burgers tegenover de staat.
De mens- en maatschappijvisie waarop de overheid haar beleid toen baseerde, beaamt Van Zutphen, ging uit van de goede wil van mensen. Zij hadden daarom recht op een fatsoenlijke behandeling, zonder achterdocht en wantrouwen. ‘Het contrast met het verwrongen mensbeeld van de overheid van tegenwoordig is groot. De overheid ziet burgers nu als potentiële fraudeurs’, zegt hij. ‘Dat moet drastisch veranderen. Ik merk dat veel mensen nu verongelijkt zijn over de manier waarop de overheid hen behandelt. En dat is terecht.’ Lees verder “‘Het vertrouwen is niet één-twee-drie terug’”
Op haar best is de democratie een lerend systeem. In het debat over de kabinetsnotulen trok de politiek lessen die voor zowel de democratie als de rechtsstaat zo gek nog niet zijn.
New York Times-journalist David Brooks karakteriseert de democratie als een ‘humanistisch project’. Zij is gebaseerd, meent hij, op het vertrouwen dat de menselijke rede mensen ook tot redelijkheid kan brengen, dankzij de drang die zij op hen uitoefent om na te denken over hun onderlinge verhoudingen. ‘Optimisme’ is daarom een tweede karakteristiek van de democratie, betoogt Brooks: het brengt mensen die anders vreemden voor elkaar zouden zijn met elkaar in gesprek. Dat brengt over en weer klaarheid in hun relaties en vergroot de kans dat zij leren van elkaars fouten. Lees verder “Zijn lesje geleerd”
Het CDA verkeert al langere tijd in een identiteitscrisis. De uitdrijvingsrituelen rond Pieter Omtzigt laten goed zien dat de christen-democratie enorme deuken heeft opgelopen. Is er zicht op herstel van de schade?
Ze ‘sloten elkaar in de armen om te sterven’, schreven de politicologen Joop van den Berg en Henk Molleman in 1974 over de partijen die tot het CDA fuseerden. Dat beeldende citaat wordt weer geregeld aangehaald, vanwege de voorspellende waarde die het lijkt te hebben. De neergang van het CDA lijkt niet te stoppen. Het is zelfs de vraag of de smeercampagne rond het eigen Kamerlid Pieter Omtzigt de partij niet fataal zal worden. Lees verder “Eenzaam aan het Binnenhof”
De verkiezingen: Nog nooit was de uitslag zo asociaal
De partijen die sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel hebben – PvdA, SP, GroenLinks – wonnen niet. Wat ontbrak in hun campagne was serieuze verontwaardiging over armoede en ongelijkheid. Moeten ze nu gaan denken aan een fusie?
In de Sire-campagne over kinderen die opgroeien in armoede figureert onder anderen Anashya Dipai (11) uit Maassluis. Ze gaat nooit op vakantie, kleedt zich met de afdankertjes van een nichtje, heeft geen gordijnen in haar slaapkamer. ‘Ik ben opgegroeid in armoede’, vertelt ze in Trouw. ‘Maar het is moeilijk om dat uit te leggen. Mensen gaan misschien anders naar je kijken. En het voelt ook een beetje geheim. Ik wist niet of ik het er van mama wel over mocht hebben.’ Het gezin Dipai had het al nooit breed, maar de Belastingdienst stortte Anashya, haar vader en moeder in de armoede: ook zij zijn slachtoffer van de toeslagenaffaire. Uiteindelijk liepen de spanningen te hoog op, ook al probeerden beide ouders zich aan de armoede te ontworstelen door ook ’s avonds en in het weekend te gaan werken. De ruzies thuis mondden uit in een scheiding, een herseninfarct trof Anashya’s moeder. Lees verder “De mensen in het donker”
Links heeft wel de grote thema’s van deze tijd – klimaatcrisis, ongelijkheid – aan zijn kant, maar niet de kiezers. Het kan aan aantrekkingskracht winnen als het van zijn fouten leert. Dat deed het als ‘op de proef gestelde utopie’ in het verleden vaker.
Een tikkeltje bedeesdstelde een nieuw lid van een werkgroep van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PVDA, zich eens voor met de woorden: ‘Ik ben geen lid van de PVDA, maar wel sympathisant.’ Wil Voogt, een oudgediende in de werkgroep, reageerde meteen. ‘Niet erg, joh’, zei ze, ‘ik ben wel lid, maar geen sympathisant.’ Lees verder “Weer naar de poolster kijken”
Hoe het liberalisme het neoliberalisme te boven komt
Het liberalisme was vanouds een hervormingsbeweging. Na de val van de Muur dutte het in, tevreden zolang de economie lekker draaide. ‘Liberale hervormers zijn liberale insiders geworden.’ Maar het kan zichzelf opnieuw uitvinden.
Reinventing liberalism for the 21st century was de kop boven het essay waarmee The Economist in 2018 zijn 175-jarig bestaan memoreerde. Het Britse weekblad, een icoon van de Angelsaksische liberale denktraditie, vond het de hoogste tijd dat het liberalisme zichzelf opnieuw uitvond: het was hoogmoedig, zelfvoldaan geworden en daardoor intellectueel lui. Mede door dat gebrek aan zelfkritisch vermogen konden liberalen op de dwaalweg van het neoliberalisme en zijn anti-overheidsretoriek belanden. Lees verder “Een besef van veranderlijkheid”
De Toeslagenwet was het gevolg van overspannen daadkracht
De toeslagenaffaire laat zien hoe het populistische wantrouwen tegenover burgers de politiek de afgelopen jaren infecteerde. Wat meer wantrouwen graag, zei de Kamer van links tot rechts tegen het kabinet.
Jammer is dat, schreef Tommy Wieringa in zijn NRC-column: pas nu het leed is geschied, hoor je in politiek Den Haag alom spijtbetuigingen over hoe de overheid in de toeslagenaffaire ‘de menselijke maat’ uit het oog was verloren. ‘Vooraan in het proces hoor je nooit iemand over de menselijke maat’, aldus Wieringa.
Voor ‘menselijke maat’ kun je ook ‘vertrouwen’ lezen. Unisono wordt er aan het Binnenhof gezegd dat de overheid voortaan meer vertrouwen in de burgers moet hebben, nu uit het onderzoeksrapport ‘Ongekend onrecht’ blijkt hoe meedogenloos de Belastingdienst te werk ging in de bestrijding van mogelijke fraude met de kinderopvangtoeslag: een vergeten handtekening kon al voldoende zijn om ouders als laaienlichters te behandelen en voor straf financieel kaal te plukken. Lees verder “De populistische drift”
Het oproer bij het Capitool tekent de diepe crisis in de Amerikaanse democratie. Het kan ook een wending ten goede markeren als Joe Biden er de juiste les uit trekt en de band tussen Washington en de samenleving versterkt.
Hoe aanlokkelijk dat woord ook is vanwege z’n dramatische lading: een poging tot een ‘staatsgreep’ was de bestorming van het Capitool waartoe president Donald Trump de meute ophitste niet. Een coup veronderstelt een vooropgezet plan om de staat omver te werpen, en dat ontbrak. Met valse heroïek waaraan de geur van fascisme hing – ‘Laat de zwakken opzij gaan, dit is een tijd voor kracht’ – bracht hij in een toespraakje zijn aanhang het hoofd op hol, om daarna in het Witte Huis op de bank te kijken naar het tv event dat hij zelf had georkestreerd. Een doordachte strategie zat daar niet achter. Lees verder “Een Republikeins achterhoedegevecht”
Een cynische wet, een onverbiddelijke uitvoerder, een systeem van gekoppelde databestanden dat mensen minutieus volgt, een rechter die deze genadeloze praktijk sanctioneert: in de sociale zekerheid is de menselijke maat zoek.
Al na enkele pagina’s lezen in Ongekend onrecht, het verslag van het parlementaire onderzoek naar de toeslagenaffaire, kreeg rechtsgeleerde Dorien Pessers het beeld voor ogen dat Friedrich Nietzsche ooit van de staat schetste: ‘Dat koudste van alle koude monsters.’ En bestuurskundige Paul Frissen bekroop deze gedachte: ‘Je kunt in Nederland beter een verdachte dan een burger zijn, want het strafrecht biedt je meer bescherming dan het bestuursrecht.’ Lees verder “De toeslagenaffaire”
De coronacrisis laat zien dat de maatschappelijke vrede op een wankel fundament rust. Na de pandemie zullen we nog steeds de maatschappelijke en politieke gevolgen ondervinden van de manier waarop ons sociale leven op dit moment wordt beknot.
Met het cliché‘Doe ma hewoon, dan doe je á hek henoeg’ prijst de vvv van Zeeland de eilandbevolking als de nuchterheid zelve aan. Van die spreekwoordelijke kalmte en bezonkenheid was geen spoor te bekennen bij de Zeeuw van wie Hans Boutellier onlangs een lift kreeg. Bij het onvermijdelijke onderwerp corona spuide de man het hele QAnon-repertoire aan absurditeiten: die pandemie is een complot, Bil Gates wil chips in mensen implanteren, Rutte is een bloeddrinkende pedofiel, corona is een griepje. Lees verder “Binnen een denkbeeldige cirkel”
De verkiezingszege van Joe Biden en Kamala Harris is een opluchting van jewelste voor iedereen die het benauwd had onder Donald Trump. Nu wacht hun de grootste opgave waarvoor het verscheurde land staat: de bestrijding van de ongelijkheid.
Op de site van de NOS stond in de week van de Amerikaanse presidentsverkiezingen een foto van een stemlokaal in Atlanta: vrijwilligers die lange uren maakten om de stemmen te tellen – mondkapjes op, de mouwen opgerold, een hoge stapel stembiljetten voor zich op tafel. Dit waren dus de fraudeurs die met de Democraten samenspanden om Donald Trump zijn presidentschap afhandig te maken. Lees verder “Een mentale opkikker voor Amerika”
Het conservatieve gedachtegoed stond ooit voor sceptisch denken over de menselijke conditie, voor het besef dat het bestaan zich maar in beperkte mate laat reguleren. Waarom verkopen conservatieven nu dan hun ziel aan de stokebranden van radicaal-rechts?
Het is wonderlijk. Hoe kan je als aanhanger van een beweging die in de politiek de gematigdheid, de goede smaak en de welgemanierdheid voorstaat bij een partij van stokebranden terechtkomen, met een politica in de hoogste rangen – Annabel Nanninga – die voor de verdronken vluchtelingen op de Middellandse Zee het woord ‘dobbernegers’ heeft gemunt? Dat raadsel, waarom conservatieven in de verleiding kunnen komen de kant te kiezen van radicaal-rechts, laat zich in een kleine anekdotische geschiedenis aanschouwelijk maken. Lees verder “In de greep van radicaal-rechts”