Het recht van de sterkste zegeviert

De kabinetsformatie

De rechtsstaat biedt bescherming aan mensen die het geld, de relaties en de macht ontberen om zich tegen onrecht te verweren, zoals asielzoekers. PVV, VVD, NSC en BBB hebben daar lak aan, blijkt uit het coalitieakkoord.

Wilders en Omzigt
Pieter Omtzigt en Geert Wilders na afloop van de presentatie van het hoofdlijnenakkoord, 16 mei.
© Phil Nijhuis / Hollandse Hoogte / ANP

Bij voorstellingen in de Leidse Schouwburg of Stadsgehoorzaal zit straatmuzikant Raphaël Martirossian steevast bij de ingang om de gasten op meeslepende muziek te onthalen. Tijdens een optreden in Leiden nodigde het rietblazerskwintet Calefax hem onlangs op het podium uit. Op zijn accordeon speelde hij Misirlou, een honderd jaar oud lied uit de Oost-mediterrane regio, destijds populair bij zowel Griekse, Arabische, joodse als Armeense musici. Zó mooi kan een compositie die cultuurverschillen overbrugt klinken, was zijn motief om juist dit lied met het publiek te delen.

In 1993 vluchtte Martirossian, aan de universiteit van Jerevan opgeleid als econoom en jurist, met zijn gezin voor de uitzichtloze situatie in Armenië, waar toen een oorlog woedde. Hij liet huis, haard en zijn baan als hoofdeconoom bij een groot bedrijf achter zich, om naar eigen zeggen ‘de duisternis in te gaan’: hij had geen idee waar hij met zijn vrouw en twee dochters zou belanden.

De zwerftocht eindigde met een asielaanvraag in Nederland, waar hij terechtkwam in het dorpje Pannerden, bij Zevenaar. Bij een dreigende uitzetting enkele jaren later kwam het dorp met succes in opstand: de bewoners beloofden een levende muur te vormen als de politie het gezin zou komen halen. Martirossian speelde in die tijd baritontuba in zowel een dweilorkest als bij de plaatselijke harmonie, waarvan hij ook de penningmeester was.

In 1995 werd nog een dochter geboren, in Zevenaar. Alle drie de dochters hebben hun weg in het werkzame leven gevonden, in de academische, de journalistieke of de commerciële wereld. Martirossian zelf koos zo’n 25 jaar geleden voor het bestaan van straatmuzikant: hij moest toch geld zien te verdienen en een betrekking als jurist of econoom zat er vanwege de taalbarrière en niet-erkende academische diploma’s vooralsnog niet in.

Het is geen boude veronderstelling dat alle talenten van de Martirossians aan Nederland voorbij zouden zijn gegaan onder het asielregime dat de coalitiepartners PVVVVDNSC en BBB willen invoeren: de kans op toelating van het gezin zou nihil zijn geweest. Dat regime is een uitgesproken voorbeeld van instrumenteel gebruik van het recht voor een politiek doel. Dat doel is asielzoekers weg te pesten, door hen zo rechteloos mogelijk te maken. Niet omdat hun poging naar Nederland te komen een misdrijf is, maar vanwege het doembeeld dat Nederland overspoeld dreigt te worden door vluchtelingen.

Die ‘asieltsunami’ (Geert Wilders) is een hersenschim, een verzinsel van de PVV om haar xenofobische aanvechtingen het gezicht van de vreemdeling te geven. Op bezoek bij zijn ‘vriend en bondgenoot’ Viktor Orbán gaf Wilders die driften onlangs nog de vrije loop, met zijn waarschuwing voor ‘alleenstaande mannen uit Afrika’ die het op ’onze vrouwen en dochters’ zouden hebben voorzien. Aan de hand van de reële asielaantallen van de afgelopen decennia betogen migratiedeskundigen keer op keer dat er geen reden voor paniek is: met bestuurlijke maatregelen als de spreidingswet kan de overheid draagvlak creëren voor de opvang van asielzoekers. Niettemin hebben VVDNSC en BBB zich in de hysterie van Wilders’ partij laten meeslepen, blijkt uit de asielparagraaf van hun hoofdlijnenakkoord.

Het is oppassen geblazen zodra hysterie de politiek bevangt: voor rede is zij dan niet meer vatbaar. Migratiedeskundige Hein de Haas constateerde al eerder in De Groene Amsterdammer: ‘Een substantieel deel van de politiek is vastgedraaid in haar eigen migratieleugens, en komt daar ook niet meer uit.’ Hij behoort met zijn collega’s Jeroen Doomernik (Universiteit van Amsterdam) en Ashley Terlouw (Radboud Universiteit) zonder twijfel tot de ‘linkse hoogleraren’ over wie in VVD-kringen wordt geschamperd dat ze altijd zeggen ‘dat iets niet kan’ als politici de grenzen van de rechtsstaat opzoeken. Zich beroepend op het zelfverzonnen dreigbeeld van een asielcrisis beproeven PVVVVDNSC en BBB die grenzen nu, met de afkondiging van een ‘noodsituatie’ als legitimatie voor een vergaande inperking van de rechten waarop asielzoekers aanspraak kunnen maken. Het doel is ‘het strengste toelatingsregime ooit’ te creëren. De eerste maatregel onder dat regime is de intrekking van de spreidingswet.

Spiegelbeeldig is de ontneming van rechten aan asielzoekers een vorm van toe-eigening van rechten door de sterkste, in dit geval de parlementaire meerderheid die de vier coalitiepartijen vormen. De zelfverzonnen noodtoestand is het gelegenheidsargument waarmee zij die ingreep legitimeren.

Dat soort praktijken komt uit de school van autocratische politici die de gebondenheid van de staatsmacht aan het recht maar lastig vinden. VVD-leider Dilan Yesilgöz, de demissionair minister van Justitie, spreekt openlijk over haar politiek geladen motief om de grenzen van de rechtsstaat zo ver mogelijk op te rekken. Ook al zeggen juristen dat iets niet kan, daar komt haar redenering op neer, dan nog kan een kabinet het noodzakelijk vinden het toch te proberen: ‘En dan zullen onafhankelijke rechters straks beoordelen of ons dat is gelukt.’

Lees verder in de Groene

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 21 (22 mei 2024).