De geheugenmotor

In Den Haag

Schoof en Co
Premier Schoof tijdens een persconferentie om het regeerprogramma te presenteren samen met vice-premiers Mona Keijzer (BBB), Sophie Hermans (VVD), Fleur Agema (PVV) en Eddy van Hijum (NSC). © Robin Utrecht / Hollandse Hoogte / ANP

In 1984, het sovjet-communistische knevelregime heerste nog in Tsjechoslowakije, zag de Britse journalist Timothy Garton Ash op een begraafplaats in Praag dagelijks mensen samendrommen rond het graf van Marie Jedličková. Niemand daar kon hem vertellen wie de overleden vrouw was, en toch staken ze er kaarsjes aan en legden er bloemen neer, vergezeld van teksten als: ‘Voor altijd in onze herinnering’. De staatspolitie haalde die ’s nachts weer weg, waarna het ritueel zich de volgende dag herhaalde.

Wat was hier aan de hand? In het graf had eerst Jan Palach gelegen, de student die zichzelf in 1969 in brand had gestoken uit protest tegen de Russische bezetters. Tot ergernis van de autoriteiten was het een plek van stil protest tegen de dictatuur geworden, ook nadat zij Palachs stoffelijk overschot hadden verwijderd en vervangen door dat van een vrouw uit een verpleeghuis, Marie Jedličková. Ze konden Palach weghalen, maar de herinnering aan hem niet, zo luidde de onuitgesproken boodschap van de bezoekers van het graf aan hun onderdrukkers.

In Praag zag Garton Ash de ‘geheugenmotor’ aan het werk, het geheel aan historische herinneringen die mensen bewaren omdat ze er lessen uit kunnen trekken. In zijn boek Europa beschrijft hij de geheugenmotor als de motiverende kracht achter het Europese eenwordingsproject: dat wordt voortgedreven door de herinnering aan de waanzin waartoe nationalisme en xenofobie de Europeanen eerder hadden gedreven.

Ook het democratisch bestel functioneert beter als het een lerend, adaptief systeem is, dat het verhaal van de geschiedenis in zich opneemt en wijzer wordt van de eigen fouten. Op deze manier is de geheugenmotor een onmisbaar mechaniek in het beschavingsproces.

Dat proces raakt dan ook verstoord als politici dat mechaniek doelbewust stilzetten omdat hun standpunt de morele test van de geschiedenis moeilijk kan verdragen. Dat zag je gebeuren in de nasleep van het debat over de slavernijexcuses. Met de herinnering aan haar tot slaaf gemaakte overgrootmoeder in Suriname bracht Kamerlid Sylvana Simons premier Mark Rutte destijds zichtbaar aan het twijfelen over zijn aanvankelijke weigering om namens de regering excuses aan te bieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Hij kwam tot inkeer, waarvoor hij Simons openlijk dankte.

Hier zag je de geheugenmotor als beschavingsmechanisme volop aan het werk, behalve dan bij de PVV, die lak had aan de lessen uit de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Bij monde van Martin Bosma, nu Kamervoorzitter, blaften de rechts-populisten over ‘slavernijgedram’ en pleitten ze in hun programma voor het intrekken van de excuses.

Uit de beleidsdaden en -voornemens van het kabinet-Schoof, deze week het onderwerp van debat tijdens de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer, blijkt dat het uitschakelen van de geheugenmotor destructieve consequenties kan hebben, zowel bestuurlijk als moreel.

Het evidente voorbeeld is het voornemen een ‘asielcrisis’ uit te roepen, met het eigenmachtig buiten werking stellen van delen van de Vreemdelingenwet als eerste stap. Met bestuurlijke nuchterheid en inventiviteit hoeft de komst van asielzoekers niet echt een probleem te zijn, maar door paniek te zaaien over een ‘crisis’ wekt het kabinet de suggestie van een noodtoestand die de samenleving bedreigt. Dat is een sado-populistische leugen, om een groep mensen die zich moeilijk kunnen verweren de schuld voor van alles en nog wat te kunnen geven. De herinnering die het kabinet heeft uitgewist is die aan de morele schandvlekken van de zondebokpolitiek waarmee de geschiedenis bezaaid ligt, oftewel aan de haat die een land in zijn greep kan krijgen als politici een vijand aanwijzen op wie alle wrok gericht mag worden.

Lees verder in de Groene

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 38 (18 september 2024).