
De herovering van het Amerikaanse presidentschap door Donald Trump heeft alles van een wereldramp in zich. Hij wil zijn regering gebruiken als een werktuig van zijn wrok, en zijn wraakzucht wordt niet getemperd door scrupules: hij minacht de regels en de onderliggende morele lading van democratie, rechtsstaat, wetten en verdragen. Zijn slachtoffers zullen zowel mensen als instituties zijn, in eigen land en daarbuiten, die hij als een sta-in-de-weg voor zijn macht beschouwt.
Met zijn gebeuk kan de internationale orde gebaseerd op multilaterale betrekkingen, diplomatie en mensenrechten op breken komen te staan. Trump wil die inruilen voor de wet van de jungle: het wordt ieder voor zich in de wereld, en de sterkste zal overwinnen.
De dreiging die van zijn regime uitgaat is des te groter omdat hij nu, anders dan in zijn eerste termijn (2016-2020), precies weet wat hij moet doen om zijn machtswil te botvieren, omringd door ware gelovigen, met een kant-en-klaar plan voor de vestiging van een autoritair regime achter de hand (Project 2025), geruggesteund door een partij die uit zijn hand eet en die afstevent op een meerderheid in beide huizen van het Congres.
De herverkiezing van Trump maakt duidelijk dat zijn eerste termijn geen ongelukje van de geschiedenis was. Wereldwijd voelen nationalistische populisten zich gesterkt in hun weerzin tegen de liberale democratie en het onderliggende beschavingsideaal. In Nederland beschouwt Geert Wilders de zege van Trump als een steun in de rug voor zijn nativistische einddoel: een etnisch uniform Nederland zonder immigranten. ‘Hun eigen natie eerst, hun eigen volk eerst’, dat is wat ‘de mensen echt willen’, schreef de PVV-leider op X nadat hij Trump in kapitalen had gefeliciteerd.
Dankzij het kiessysteem gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging en een grondwet die de vrijheidsrechten van minderheden beschermt, biedt het Nederlandse bestel betere waarborgen dan het Amerikaanse tegen machtsmisbruik en andere dictatoriale begeertes van de verkiezingswinnaar, maar helemaal geruststellend is dat niet. Daarvoor zijn er in de Nederlandse politieke praktijk te veel tendensen te signaleren die de Amerikaanse kant opgaan.
Net als in de VS, waar het Congres is verworden tot een strijdtoneel van twee elkaar vijandige partijen, is in de Nederlandse politiek het bewustzijn tanende dat het parlement een gedeeld democratisch domein is, waar partijen met uiteenlopende maatschappijvisies hun conflicten vreedzaam kunnen uitvechten. In die pacifiërende functie is het parlement kwetsbaar voor kwade inblazingen: woorden zijn niet onschuldig. Dat veronderstelt bij politici de bereidwilligheid om hun tegenstanders in hun waarde te laten, zich eerst van de feiten te vergewissen voor zij oordelen, hyperbolisch taalgebruik te vermijden.
Wilders heeft lak aan al deze democratische beschavingsnormen, zo bleek weer in zijn opruiende reacties op de gewelddadigheden in Amsterdam rond de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv FC. In plaats van olie op de golven gooide hij olie op het vuur, moedwillig.
In de spektakeldemocratie van Trump en Wilders, doorspekt met groteske woorden en gebaren, valt liegen politici niet zwaar, zo blijkt telkens weer. Sociale media maken het hun gemakkelijker. Deze ‘Verdummungskanäle’, in de woorden van Die Zeit– journalist Giovanni Di Lorenzo, verduisteren de waarheid, zodat het verschil met de leugen hun aanhangers ontgaat, of misschien zelfs onverschillig laat.
Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 46 (13 november 2024).