Rabobank, er valt niets meer te peuren uit het platteland

In het nieuws

landbouwer
Illustratie: Milo

De industriële machine die bekend staat als ‘intensieve landbouw’ heeft het land uitgewoond. De permanente overbelasting van grond en water heeft het leven gedecimeerd dat de boer economisch niet kan exploiteren: vogels, insecten, kruiden, planten. Het Nederlandse platteland is ‘bioarm, biosaai, bioschraal’, in de woorden van een boswachter op de Sallandse Heuvelrug. Dat is het ecologische onheil dat schuilgaat achter wat in de politiek de ‘stikstofcrisis’ heet.

Je hoeft geen ‘loserige veganist of dierenactivist’ te zijn, in de laatdunkende woorden van oud-staatssecretaris van Landbouw Henk Bleker (CDA), om deze crisis als een noodsituatie te typeren. Ook economisch bevindt deze sector zich op een doodlopende weg: met het uitwonen van het land put de bio-industrie haar eigen productiemiddelen uit, tot er niets meer uit te peuren valt.

Deze industrietak vormt bovendien een bedreiging voor de volksgezondheid. Onder de fijnstofdeken die de varkenshouderij over Brabant legt komt bij kinderen opvallend vaak astma voor, stoflongen zijn een aandoening die je in de nabijheid van de intensieve veeteeltbedrijven in verhoogde mate bij mensen kunt aantreffen, in de bollenteelt is parkinson een officieuze beroepsziekte, na de Q-koorts, de vogelgriep en Covid-19 is het wachten op de volgende zoönose die toeslaat en een pandemie van nu nog onvermoede ziektes veroorzaakt.

De landbouw zal van groei naar krimp moeten

Zonder de erkenning van de samenhang tussen het ecologische drama van de bio-industrie, de economische kortzichtigheid en de bedreiging voor de volksgezondheid zal iedere opvolger van de afgetreden Henk Staghouwer mislukken als minister van Landbouw. Staghouwer (ChristenUnie) slaagde er niet in een geloofwaardig perspectief te schetsen voor het boerenbedrijf. Verwonderlijk is dat niet zolang noch bij de boeren zelf, noch in de politiek, bij de banken en andere financieel belanghebbenden voldoende draagvlak is voor een perspectief dat werkelijk een belofte voor de toekomst inhoudt: een bevrijding van de boeren uit een landbouwsysteem waarin de dwang tot groei is ingebouwd, gericht op grootschalig, intensief gebruik van het land en een zo groot mogelijke opbrengst van bulkproducten.

Zo bezien is elke omgekeerde vlag een uiting van gebrek aan boerenverstand. De tragiek van de individuele boer is dat de noodsituatie hem als gevangene van het systeem nog wel het minst valt aan te rekenen. Veeleer aansprakelijk zijn degenen die, beter dan de boeren zelf, in de positie verkeren om het systeem te veranderen, maar daarin al decennia nalatig zijn: de overheid, de banken, de supermarkten, de agrarische belangenorganisaties.

Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD) erkende die verantwoordelijkheid, met de uitspraak dat niet de boeren maar de overheid de stikstofcrisis heeft laten ontstaan, door dat milieuprobleem zo lang op z’n beloop te laten. Een symptoom van dat hardnekkige oogkleppengedrag is de destructieve actie van regeringspartij CDA, dat onder leiding van windvaan Wopke Hoekstra onverhoeds terugkwam op afspraken met de coalitiegenoten om de stikstofvervuiling te beteugelen. Tekenend voorbeeld van de hardleersheid van de belangenorganisaties is de aangekondigde campagne Nederland Vleesland, waarmee de vleesindustrie doet alsof de schade die zij aanricht aan het milieu en de gezondheid niet bestaat. In De Groene Amsterdammer wordt de rol van de Rabobank belicht in het ontstaan van de noodsituatie op het platteland. Een ontluisterend verhaal over de dubbele moraal die de bank erop nahoudt.

Aan de ene kant zegt Rabo ‘met overtuiging maatschappelijke verantwoordelijkheid’ te nemen, aan de andere kant is de schaalvergroting in de landbouw tot op heden een lucratieve geldbron voor de bank. Het risico van die investeringen komt vooralsnog voor rekening van anderen, de belastingbetaler voorop.

En zo vermijdt het bio-industriële complex nog altijd de conclusie die niettemin onontkoombaar zal zijn: de landbouw zal van groei naar krimp moeten om te voorkomen dat het land nog verder uitgewoond raakt.

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 37 (14 september 2022).