Links alternatief

In Den Haag

Dit is de les die links uit de zege van de BBB moet trekken: formuleer een levensbeschouwelijk geladen, realistisch vooruitzicht op een beter leven voor boeren en burgers.

BBB in de gehaktmolen
Illustratie: Milo

‘Er is maar één partij van de arbeid, en dat is de VVD’, zei Frits Bolkestein ooit als vilein pesterijtje richting de PvdA. De grap sloeg nergens op – al het werk buiten de marktsector raakte in diskrediet met de neoliberale koers die de VVD insloeg – maar was politiek-retorisch een meesterstukje: het beeld bleef hangen dat de VVD voor de werkenden opkwam en de Partij van de Arbeid niet.

Op zoek naar een antwoord op de politieke veroveringstocht van de BBB zou links Bolkesteins slimmigheidje kunnen afkijken, door als motto te kiezen: ‘Er is maar één boerburgerbeweging, en dat is links.’ Anders dan in de boutade van de oud-VVD-leider zit er een kern van waarheid in dat devies: voor zowel de boer als de burger houdt het programma van links in potentie een reëel perspectief op een beter bestaan in, meer dan de nostalgische retropolitiek van de BBB waarin het verlangen naar een overzichtelijk Nederland zonder milieucrises en vluchtelingen de toon zet.

De consensus in de analyses over de overwinning van de BBB is dat mensen die zich niet gehoord en gezien voelen wraak hebben genomen op een doof en blind Den Haag. De wrok is terug te voeren op de onzekerheid van het bestaan, niet alleen bij boeren die niet goed weten waar ze aan toe zijn, maar ook bij stedelingen; bijna een op de drie BBB-kiezers woont in de stad. Bij die laatste groep wordt in de verkiezingsuitslag de ‘polarisatie van levenskansen’ zichtbaar, in de woorden van Kees Schuyt: de steeds diepere sociale scheidslijnen tussen mensen die het geld, de kennis en de invloed hebben om zichzelf te redden en degenen die het bestaan als precair ervaren.

Op succesvolle wijze politiseerde de BBB de onvrede over een Den Haag dat deze kiezersgroepen zou negeren, zij het met een verhaal dat hun valse hoop biedt.

Met haar ‘nee’ tegen het stikstofbeleid fluistert BBB-leidster Caroline van der Plas de boeren in dat een radicale omslag in hun grootschalige productiemethode onnodig is. Daarmee ontkent haar partij dat het bio-industriële complex het land heeft uitgewoond en daarmee een bedrijfstak zonder toekomst is: met de permanente overbelasting van de grond en het water put het z’n eigen productiemiddelen uit.

De veroorzakers van de onvrede onder de stedelingen krijgen van de BBB een duidelijk te identificeren gezicht: dat zijn ‘Den Haag’ en de vreemdelingen. Het ‘noaberschap’ dat de BBB naast de gezelligheid van bier, barbecue en bitterballen aanprijst als een Nederlandse kwaliteit houdt op als mensen in nood uit het buitenland hier aankloppen. Voor hen wenst de partij een ‘totale asielstop’, sprak zij samen met JA21, FvD, PVV en Van Haga uit.

‘Er is maar één boerburgerbeweging, en dat is links’

De illusiepolitiek die de BBB bedrijft met haar beloften aan boer en burger is dat de grote kwesties van deze tijd, zoals de milieucrisis en de oorlog in Oekraïne, geen wezenlijke consequenties voor hun eigen leven hoeven te hebben – als ‘Den Haag’ maar zou willen. Het is reactionaire politiek van houden wat je hebt, goedmoedig verwoord door ‘Lientje’ van der Plas, maar realistisch is het niet: zowel met een berusting in de stikstofvervuiling als met een asielstop zou Nederland internationale verdragsverplichtingen aan zijn laars lappen en onherroepelijk door de rechter worden gecorrigeerd.

Op zich is de weerstand tegen Den Haag die zich in de winst van de BBB manifesteert begrijpelijk, gezien de zielloze technocratische politiek van streefgetallen en -jaartallen waarachter het échte verhaal over de ecologische crisis en de polarisatie van levenskansen schuilgaat. Met de betekenisloze mededeling dat er ‘miljarden klaarstaan’ voor de oplossing neem je dat gevoel niet gezien en gehoord te worden niet weg.

De eerste opdracht voor een linkse boerburgerbeweging is dus zich verre te houden van de bestuurspolitiek die streefgetallen en modellen vereenzelvigt met het doel, en een levensbeschouwelijk geladen, realistisch vooruitzicht op een beter leven te bieden. Een bevrijding uit het bio-industriële systeem waarin de dwang tot groei is ingebouwd, gebaseerd op uitbuiting van de natuur, zou de boeren zo’n perspectief bieden. In zo’n kleinschaliger landbouw zijn er méér en niet minder boeren nodig, hield Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) Van der Plas terecht voor. De burgers kan perspectief worden geboden met een programma voor sociaal herstel, gericht op bestrijding van de ongelijkheid, investeringen in de publieke dienst en een overheid die niet als pestkop van de burgers fungeert maar als partner.

De tweede opdracht voor het linkse alternatief is machtsvorming. De PvdA en GroenLinks moeten nu alle sektarische scherpslijperij terzijde schuiven, voltooien waaraan ze bij deze verkiezingen zijn begonnen en straks aan de stembusstrijd voor de Tweede Kamer deelnemen met één lijst, één programma en één lijsttrekker. Het eerste doel is de grootste te worden en het initiatief in de kabinetsformatie te veroveren, een bijkomend doel de BoerBurgerBeweging uit de hoek van reactionair rechts los te weken, desnoods met een eigen variant op het gebbetje van Bolkestein.

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 12 (22 maart 2023).