De partij van het dedain

Waar staat JA21 nu echt voor?

JA21 presenteert zichzelf als realistisch rechts alternatief, maar de partij verloochent haar radicaal-rechtse afkomst niet. Zij heeft het vooral gemunt op mensen die zich moeilijk kunnen verweren. Zo ‘fatsoenlijk’ is JA21 dus niet.

JA21 politici
Annabel Nanninga en Joost Eerdmans van JA21 tijdens de presentatie van de verkiezingsprogramma’s en de twaalf lijsttrekkers van de partij voor de Provinciale Statenverkiezingen, 18 januari
© Bas Czerwinski / ANP

Ongetwijfeld zal deze bewering de komende weken geregeld zijn op te tekenen uit de onderhandelingen over de vorming van nieuwe provinciebesturen: hoewel ze als afscheiding van Thierry Baudets Forum voor Democratie extreem-rechts van afkomst is, is JA21 toch de meest fatsoenlijke partij in die hoek. Bij de vorming van colleges van Gedeputeerde Staten over rechts kunnen VVD en CDA met dat argument de partij van Joost Eerdmans en Annabel Nanninga als vluchtheuvel benutten, om zo de radikalinski’s van PVV en FvD te ontwijken.

Ter herinnering dan toch nog maar even het volgende. Nanninga nam ooit een woord in de mond dat in zijn lollige achteloosheid over het lot van verdronken vluchtelingen op de Middellandse Zee nog steeds ongeëvenaard is in onfatsoen – en dat hier dus ongenoemd zal blijven. Qua hatelijke neerbuigendheid is het vergelijkbaar met het woord dat Geert Wilders ooit muntte voor de hoofddoek van moslima’s – dat hier eveneens niet zal worden geciteerd.

Aan het niveau van de humor leer je ook een partij kennen. Relativerende zelfspot, waarmee een politicus laat zien dat hij geenszins pretendeert het grootste gelijk van de wereld te hebben, zul je uit de mond van populisten niet snel horen. Wel leutigheid ten koste van anderen, bij voorkeur van mensen die al onder liggen en niet gauw een grote bek terug zullen geven, zoals vluchtelingen of moslima’s. Hun humor is gein die het onbetamelijke legitimeert.

Dedain voor mensen die de wereld anders zien dan zij kenmerkt ook de taal waarmee zij zich mengen in het politieke debat. Met opponenten zijn ze het niet simpelweg oneens, nee, hun tegenstanders zijn niet goed snik: wat zij voorstaan is ‘onzin’ of ‘achterlijk’.

Nanninga, als lid van de Eerste Kamer, de Provinciale Staten van Noord-Holland en de gemeenteraad van Amsterdam de stapelaar van JA21, is vooral het woord ‘onzin’ in de mond bestorven. Neem deze uitspraak in het debat voor WNL met andere lijsttrekkers voor de Eerste Kamer: ‘Als we stoppen met die achterlijke klimaattoestanden waar miljarden naartoe gaan – wij zijn voor transitie maar dan intelligenter – kan de belasting voor iedereen omlaag. We stoppen met die miljarden naar immigratie, we stoppen met die miljarden naar klimaatonzin, en dan gaan we investeren. Dan houden we geld over! Echt waar, er gaan honderden miljarden door het putje naar onzin, we kunnen iedereen geld toegeven als we ophouden met die onzin.’

Ook het beleid dat JA21 voorstaat kenmerkt zich door achteloosheid over wie zich moeilijk kan verweren, zoals vluchtelingen of de Groningers in het aardbevingsgebied. ‘Het is een politieke keuze om de halve wereld hier naar binnen te halen’, zei Nanninga over het Nederlandse asielbeleid, om vervolgens het eigen standpunt in deze oneliner te verwoorden: ‘Wij dweilen niet met de kraan open, wij draaien de kraan dicht.’

Met FvD, PVVBBB en Van Haga wil JA21 een ‘totale asielstop’ per direct, soms genuanceerd tot een ‘tijdelijke’ sluiting van de grenzen voor vluchtelingen. De vraag is hoe tijdelijk dat ‘tijdelijk’ zal zijn: een populistische politicus die pleit voor een hernieuwd welkom aan asielzoekers weet dat hij daarmee zijn eigen politieke graf heeft gedolven.

Lolligheid om verdronken vluchtelingen; aan het niveau van de humor leer je een partij kennen

JA21 houdt asielzoekers het liefst geheel buiten Europa, zo blijkt uit de oproep van fractieleider Joost Eerdmans om het Deense voorbeeld te volgen en asielcentra in Rwanda op te zetten. Behalve van de andere rechts-radicale partijen kreeg hij daarvoor de steun van VVD en CDA, hoewel zij kunnen weten dat zijn pleidooi indruist tegen de Europese asielwetgeving en internationale mensenrechtenverdragen waaraan Nederland is gebonden. Dat maakt Eerdmans’ motie geenszins een serieus beleidsalternatief, maar pesterij richting vluchtelingen en vooral een vorm van paniekzaaierij die is bedoeld voor zijn bühne, over Afrikanen die Nederland zouden overspoelen.

Het volledig weren van asielzoekers uit Nederland evenals een opzegging van het Vluchtelingenverdrag, een mogelijkheid die Nanninga tussen neus en lippen door opperde, komt neer op het rechteloos maken van vluchtelingen. Het Vluchtelingenverdrag was na de Tweede Wereldoorlog een van de initiatieven van de Verenigde Naties om de mensenrechten een steviger basis in de internationale politiek te verschaffen, ook in gespannen tijden. Het regelt dat mensen die hun land moeten ontvluchten toch een zekere rechtsbescherming behouden, om hun een grotere kans te bieden elders hun leven veilig te stellen.

Het internationale engagement dat uit het Vluchtelingenverdrag spreekt laat JA21 onverschillig. In navolging van Hongarije wil de partij ook in Europa op de solotoer gaan, door bij voorbaat een veto aan te kondigen tegen afspraken die de EU maakt om de immigratie te reguleren. De emotionele achtergrond van de weerzin tegen vluchtelingen bleek uit de schmierende uitval van Nanninga naar GroenLinks en D66: ‘Zij hebben het altijd over de zegeningen van de multicultuur, nou, ik zeg: gun Noord-Afrikaanse partnerlanden dan ook die schitterende verrijking van de multicultuur. Waarom zouden we die weelde voor onszelf houden?

Het gedragspatroon van populistische partijen is hier herkenbaar: ze maken groot wat ze als een dreiging willen zien (‘Het is een politieke keuze om de halve wereld hier naar binnen te halen’), ze maken klein wat ze niet willen zien, zoals de klimaatcrisis en de stikstofvervuiling. Het kabinet ‘maakt de boeren het leven zuur met absurd stikstofbeleid’, meent JA21. Volgens Nanninga zijn de gestelde doelen om de stikstofuitstoot te reduceren ‘achterlijk’. Het kabinet lijdt volgens haar ook aan ‘klimaatwaanzin’.

In plaats van maatregelen om de opwarming van de aarde te beteugelen pleit JA21 voor ‘adaptie’ aan een warmer klimaat. ‘Nederland heeft de beste ingenieurs en het beste watermanagement ter wereld. In plaats van het huidige klimaatbeleid is het veel rationeler en effectiever om, met al deze expertise, in te spelen op de mogelijke gevolgen van klimaatverandering’, is het standpunt van de partij. Dat komt neer op de simplificatie van een multidimensionaal en mondiaal vraagstuk als de klimaatcrisis tot een kwestie van gis Hollands ingenieurswerk, alsof het probleem van bosbranden en overstromingen, ecologische ontwrichting, dreigende hongersnoden en de komst van klimaatvluchtelingen daarmee is te stoppen.

Uit deze logica vloeit voort dat de fossiele brandstoffen volgens JA21 kunnen blijven stromen en de kolen blijven branden. Dat ‘nuchtere energiebeleid’ maakt het mogelijk te stoppen met de overstap op alternatieve energiebronnen: ‘Zo kunnen ons landschap en milieu gevrijwaard blijven van megawindturbines, gigantische zonneweides en biomassacentrales’, heet het op de website van de partij. Ook wil JA21 de kolencentrales openhouden en stoppen met het aardgasvrij maken van woningen. ‘Met zonnepaneeltjes ga je het niet halen. Wij zijn tenminste eerlijk’, aldus Nanninga.

‘Aardgas is nog jarenlang een prima optie’, meent JA21. Om die reden wil de partij de gaswinning in de Groningse velden hervatten, zij het dat de Groningers voor dat besluit ‘zeer royaal’ moeten worden gecompenseerd. In de praktijk komt dat neer op geld in ruil voor een stijgende kans op aardbevingen en scheurende huizen. Al met al is het wel raadselachtig hoe JA21 met haar standpunten over klimaat, fossiele brandstoffen en stikstof dat andere doel wil verwezenlijken: ‘Onze lucht, water en bodem schoon en gezond houden.’ De rest van haar programma maakt dat een betekenisloze belofte.

JA21 zegt over zichzelf dat zij een ‘conservatiefliberale’ partij is die ‘verstandig rechts beleid’ voorstaat. Op de fractiegang in de Tweede Kamer hoor je te pas en te onpas dat de partij van Eerdmans en Nanninga het rechtse alternatief voor de VVD is, niet voor Wilders’ PVV of Baudets Forum voor Democratie. Desondanks verloochenen ze hun afkomst uit de partij van Baudet niet, met hun dedain tegenover mensen die zij niet als Nederlanders beschouwen, de hatelijke dramataal in het debat, de ontkenning van reële problemen, het uitvergroten van wat ze als een bedreiging zien en het klein maken van wat ze niet willen zien. In de onderhandelingen over de vorming van provinciebesturen, na de verkiezingen op 15 maart, zal blijken of VVD en CDA JA21 niettemin beschouwen als een fatsoenlijke partij waarmee coalitiesamenwerking mogelijk is.

 

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 10 (8 maart 2023).