Het CDA heeft het lot van het kabinet verbonden aan het destructieve avonturisme van de BBB. Beginselvast zijn de christen-democraten daarmee allesbehalve.
Deze keer spotte ik ze op 17 februari voor het eerst, de lepelaars die elk jaar voor het broedseizoen terugkeren naar het Leidse polderpark Cronesteyn. De ooievaars zijn ook gearriveerd. De kolonie aalscholvers groeit gestaag: in het plukje bomen waarin ze overnachten telde ik er onlangs dertig. Even verderop, langs de autoweg N11, begint het land van de omgekeerde vlaggen, de gesteriliseerde gronden van de industriële landbouw waarop al het dierlijke en plantaardige leven is verdwenen dat de boeren niet economisch kunnen exploiteren.
Cronesteyn is zo’n ‘postzegeltje’ natuur, in de woorden van Caroline van der Plas, dat volgens de BoerBurgerBeweging voor het natuurbehoud van onbeduidende waarde is. Op grond van deze gedachte opperen de BBB en JA21 in een gezamenlijk alternatief voor het stikstofbeleid om Natura 2000-gebieden hun beschermde status te ontnemen als zij net zo’n ‘postzegeltje’ zijn als Cronesteyn. In concreto houdt hun voorstel een halvering van het aantal Natura 2000-gebieden in.
Het past in de denktrant van het alternatieve plan om overbelasting van de natuur door stikstof met vermindering van natuur te bestrijden. Van hetzelfde laken een pak is het denkbeeld van BBB en JA21 over wat de stikstofcrisis daadwerkelijk inhoudt. In hun redenering hebben de ‘buitengewoon strenge stikstofnormen’ en de ‘rigide stikstofregels’ die de overheid hanteert het probleem veroorzaakt, niet de vervuiling van grond, water en lucht door een overmaat aan stikstof. Met deze gedachtekronkel verwijten ze de regering de stikstofcrisis zelf te hebben gecreëerd.
Het CDA heeft na de Provinciale-Statenverkiezingen het lot van het kabinet-Rutte IV met de BBB verbonden. Dat is de politieke consequentie van de eis van de christen-democraten om in het kabinet opnieuw over het stikstofbeleid te onderhandelen nadat de nieuwe provinciebesturen zijn aangetreden. Als grootste partij heeft de BBB in alle provinciehuizen de leidende rol bij de vorming van de nieuwe colleges van Gedeputeerde Staten. Over haar inzet laat zij geen twijfel bestaan: traineren van de aanpak van de stikstofvervuiling door het doel van vijftig procent reductie in 2030 te schrappen.
In het Kamerdebat over de verkiezingsuitslag steunde het CDA deze inzet openlijk, in strijd met de afspraken die de partij met de coalitiepartners VVD, D66 en ChristenUnie in het regeerakkoord heeft gemaakt. In politieke zin is deze actie de vooraankondiging van een kabinetscrisis.
Het is evident dat het rentmeesterschap in het geding is
Het CDA meent dat het draagvlak voor de bestrijding van de stikstofvervuiling groter zal zijn als het kabinet zich plooit naar wat deze zomer in de provinciehuizen wordt afgesproken. Heel geloofwaardig is dat argument niet: het CDA behoort tot de partijen die dat draagvlak al decennialang ondermijnen door telkens weer terug te schrikken voor inperking van de industriële landbouw, hoewel al sinds de jaren tachtig bekend is hoezeer deze de grond, het water en de lucht uitput. Ook nu laat het CDA zijn coalitiepartners in het ongewisse over het alternatief dat het zelf voorstaat om de stikstofvervuiling te reduceren. Het zet met zijn ramkoers ondertussen wel een streep door het idee waarmee Johan Remkes eerder politiek en boeren weer wat tot elkaar bracht: beoordeel in de jaren tot 2030 twee keer of het reductiedoel in zicht komt en pas het stikstofbeleid dan desnoods aan.
Het wegkletsen van de stikstofvervuiling zoals de BBB doet, daarop zul je het CDA niet betrappen, maar wel op rekkelijkheid met de eigen beginselen. Het is evident dat het rentmeesterschap in het geding is: in de plastische woorden van Johan Vollenbroek hebben de christen-democraten ‘schijt aan de schepping’. Hun wispelturigheid is evenmin te rijmen met hun meest fundamentele basisbeginsel: dat van de ‘publieke gerechtigheid’, het uitgangspunt dat de overheid verantwoordelijk, rechtvaardig en zorgvuldig moet handelen.
Met dat beginsel bouwden de grondleggers van het CDA met succes het karakter van betrouwbare bestuurderspartij in de genen van de partij in. Zonder twijfel droeg die kwaliteit bij aan de zege van het CDA in het chaotische verkiezingsjaar 2002, na de ineenstorting van Paars en de opkomst van Pim Fortuyn: kiezers hadden behoefte aan een stabiele kracht in de regering. Als meeloper van de BBB en haar destructieve avonturisme gooit het CDA dat imago nu te grabbel. Dat is de politieke betekenis van het drama waarin de partij zichzelf heeft gestort.
Een eerste vereiste die voortvloeit uit het beginsel van publieke gerechtigheid is dat de overheid geen internationale verdragsverplichtingen aan haar laars lapt als dat politiek een keer goed uitkomt. Tot die verplichtingen behoren EU-wetten die bescherming bieden aan de biodiversiteit en de natuur, zoals de Habitatrichtlijn. Ook de BBB krijgt die niet zomaar van tafel, hoeveel politieke macht zij in de provincies ook weet te ontplooien: de rechter zal de overheid onherroepelijk corrigeren als zij zich onder de wet probeert uit te wurmen. Dan maar de EU verlaten? Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de BBB en haar meeloper in de hand zullen willen bijten die de Nederlandse boeren jaarlijks met miljoenen euro’s landbouwsubsidies voedt.
Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 15 (12 april 2023).