Met een vergroting van haar maatschappelijke relevantie kan de universiteit gezag terugwinnen, ziet hoogleraar James Kennedy. En dat is hoognodig. ‘We moeten erkennen dat wetenschap niet de enige vorm van kennis is die ertoe doet.’
De ontkenning van een probleem is zo langzamerhand een beproefde methode om de wetenschap in diskrediet te brengen: de klimaatcrisis is ‘een verhaaltje’ (Geert Wilders), covid een onschuldig griepje, de vernietiging van de natuur door te veel stikstof een verzinsel. Onder invloed van continue verdachtmakingen van academische kennis is de wetenschap een van de brandpunten van de polarisatie in de samenleving geworden, vergelijkbaar met die rond culturele verschillen, de politiek en de journalistiek.
Tot deze conclusie kwam ook James Kennedy in zijn oratie als universiteitshoogleraar in Utrecht, half november. ‘Hoewel het Nederlandse publieke vertrouwen in de wetenschap consequent hoog blijft, wordt een substantiële minderheid zichtbaar die zich luid en duidelijk afkeert van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek’, zei hij, als altijd behoedzaam formulerend. ‘Nu populistische geluiden toenemen, de politiek wispelturiger wordt en nieuwe sociale media het kennismonopolie van universiteiten aantasten, neemt de onzekerheid toe over de positie en de reputatie van de wetenschap en de universiteiten in de samenleving.’ Lees verder “‘Wij kiezen voor solidariteit met de mensen in de wijken’”