De maatschappelijke realiteit paste niet in het straatje van het kabinet-Schoof, vandaar al die rammelende wetten. Als enige heeft de VVD kans op terugkeer in de regering, mits de liberalen hun realiteitszin hervinden.

© Remko de Waal / ANP
Hoe komt het nu werkelijk dat het kabinet-Schoof een jaar van stilstand en achteruitgang opleverde? Naast evidente oorzaken als gebrek aan cohesie in de regeringscoalitie, stuntelende bewindslieden, beleid dat louter uit luchtfietsen bestaat, is een verklaring voor de wanprestatie van het kabinet te vinden in een debat over de regeringsverklaring, en dan niet die van Schoof zelf maar die van het kabinet-Rutte I (2010-2012).
De rechts-radicale populisten van de PVV droegen toen voor het eerst regeringsverantwoordelijkheid, zij het in een geforceerde gedoogconstructie met Geert Wilders. Hij schiep zichtbaar genoegen in de minachting die hij voor tegenstanders als Femke Halsema (GroenLinks), Alexander Pechtold (D66) en Job Cohen (PvdA) tentoonspreidde. ‘De Haagse regentenkliek en de linkse grachtengordelelite staan huilie huilie te doen op de gang’, zei hij. ‘Moet je ze horen piepen! Meisje Halsema met haar natte oogjes, haar kroeldoek verbeten in haar mond, smijt met poppen. De heer Pechtold staat met een pruillipje bij de interruptiemicrofoon.’