Opgerekte principes

In Den Haag

Met hun vrijages met radicaal-rechts zijn VVD en BBB een flink eind gedaald op de rechtsstatelijke meetlat. Dat vergroot de kansen op een principiëlere regeringscoalitie.

illustratie
Illustratie: Milo

Welke politiek strategen bij de VVD zouden hebben bedacht dat de liberalen hun blokkade van de giftig rechtse partij van Geert Wilders maar beter konden beëindigen? Met de achteloze opmerking dat zij uitsluiting van de PVV in coalitieonderhandelingen ‘Haags gedoe’ vindt, heeft VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz de geloofwaardigheid van haar partij in één keer te grabbel gegooid.

In de formatie van 2017 sloot haar voorganger regeringssamenwerking met de PVV nog om principieel-rechtsstatelijke redenen uit. Mark Rutte schreef toen dat Geert Wilders zich tegen ‘liberale kernwaarden’ keert door te pleiten voor het inperken van grondwettelijke vrijheden als de vrijheid van godsdienst: de PVV wil alle moskeeën sluiten en de koran verbieden. Met zijn sneren naar de Tweede Kamer als ‘nepparlement’ en naar de rechterlijke macht als ‘neprechters’ heeft Wilders de democratische rechtsstaat ondermijnd, aldus Rutte destijds in een brief aan informateur Herman Tjeenk Willink. Zijn slotoordeel: ‘Met een partij die dat vindt kan de VVD onmogelijk regeren.’

Rutte billijkt de draai van Yesilgöz: ‘De tijd schrijdt voort’, zei hij. De omstandigheden zijn nu anders dan toen. Bij de VVD, is de conclusie, hangen principes dus af van de omstandigheden. Een meer cynische uitleg is dat de rechtsstatelijke bezwaren tegen de PVV in 2017 niet onoverkomelijk, laat staan principieel, waren, maar opportunistisch: in de formatie dat jaar kwamen ze goed van pas om Wilders terzijde te schuiven.

Wat de omstandigheden nu anders doet zijn dan toen maakte VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans duidelijk met zijn opmerking dat het nodig kan blijken met Wilders samen te werken om tot ‘oplossingen’ te komen in het asielbeleid. De VVD ziet blijkbaar geen principieel rechtsstatelijke beletselen in de ‘oplossingen’ die de PVV voorstaat, zoals het sluiten van de grenzen voor asielzoekers en van de asielzoekerscentra, hoewel Wilders’ voorstellen zouden vergen dat Nederland het Vluchtelingenverdrag opzegt en de Europese asielwetten aan z’n laars lapt. Oftewel: met Hongarije en Polen in het sektarische hoekje van de anti-Europese landen terechtkomt, ongetwijfeld tot genoegen van Vladimir Poetin.

Yesilgöz’ verwijt van ‘Haags gedoe’ is een brevet van onvermogen

Yesilgöz zegt af te wachten ‘waar de heer Wilders nu mee komt’. Kennelijk is waarmee Wilders al is gekomen niet genoeg om de principes van 2017 gestand te doen: verdachtmakingen van democratische en rechtsstatelijke instituties, zijn ontkenning van de milieucrisis, zijn haatdragende uithalen naar andersdenkenden, zijn pogingen tot afbraak van de EU, zijn weigering Oekraïne bij te staan in de oorlog met Rusland.

Rekkelijkheid met principes is politiek soms onontkoombaar, maar ze helemaal vergeten is toch het andere uiterste. Het resultaat van Yesilgöz’ flirt met de rechts-radicalen is dat de VVD te boek komt te staan als een partij waarmee je bij gebrek aan een rechtsstatelijk kompas alle kanten op kunt. In dat licht is Yesilgöz’ verwijt dat haar opponenten zich bezondigen aan ‘Haags gedoe’ een brevet van onvermogen van een politica die door haar argumenten heen is.

Het is twijfelachtig of dit de kansen van de VVD in de kabinetsformatie goed zal doen, zeker nu zich in het brede midden de contouren aftekenen van een coalitie van principieel standvastiger partijen (PvdA/GroenLinks, NSCCDA, ChristenUnie, Volt) die een zekere mate van consensus hebben over de noodzaak mensen meer bestaanszekerheid te bieden.

Lees verder in de Groene

 


Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 37 (13 september 2023).