In de politieke retoriek over ‘de gewone’ of ‘nuchtere’ Nederlanders zit de verborgen boodschap dat er ook ongewone Nederlanders zijn. Bij hen vind je werkelijk nuchtere realiteitszin, anders dan VVD, BBB en hun geestverwanten willen doen geloven.
Met vijf zetels is de partij De Gewone Man de grootste in de gemeenteraad van Oirschot. ‘Veel meer koopwoningen dan sociale huurwoningen’, luidt een van de programmapunten waarmee De Gewone Man kiezers aan zich bindt. Sociale huurwoningen trekken veel ‘niet-Oirschotse mensen’, leert de ervaring volgens de partij. ‘Uiteraard moeten deze mensen ergens wonen’, erkent De Gewone Man wel, maar Oirschot moet toch vooral voor Oirschotse mensen bouwen.
De Gewone Man, inclusief de wethouder en de steunraadsleden met twaalf witte mannen actief in de raad, is opgericht in 1974, in de tijd dat de gewone man nog een man was. Tegenwoordig is hij/zij in het politieke jargon van beiderlei kunne en wordt hij/zij aangeduid met het genderneutrale ‘gewone Nederlander’, ‘normale hardwerkende Nederlander’, of ‘nuchtere Nederlander’.
De gedaantewisseling heeft te maken met de aard van de bedreigingen die de gewone Nederlander te duchten heeft, althans volgens de partijen die pretenderen hem bescherming te kunnen bieden tegen die gevaren. In 1974 gold de bedreiging vooral het inkomen van de mannelijke kostwinner, laten Jan Willem Duyvendak en Menno Hurenkamp zien in hun boek De macht der gewoonte. De communistische politicus Marcus Bakker liet niet na PvdA-leider Joop den Uyl – een renegaat in zijn ogen – te treiteren met hoe hij ‘de gewone man’ in de steek liet.
‘Hogere lonen, lagere prijzen!’ was de vaste protestkreet van Bakkers radicaal-linkse CPN. Het dreigende onheil is nu eerder cultureel dan materieel van aard: de Nederlander moet vrezen voor zijn vertrouwde leven in een vertrouwde omgeving. De gewone man verhuisde daarmee van links naar rechts in de politiek en veranderde in de gewone Nederlander (m/v): het maakt bij een verstoring in het leven dat je gewend bent te leiden niet uit of je man of vrouw bent.
Dus wees op je hoede als een politicus zegt dat hij opkomt voor de ‘gewone’ of ‘normale’ Nederlander’, want achter die woorden gaat een wereld van suggestieve, achter de hand gefluisterde boodschappen aan de kiezers schuil. Een van die seintjes is: wat wij willen doen voor de normale Nederlanders is normale politiek, dus u snapt dat wat onze tegenstanders voorstaan niet normaal is.
De klimaatcrisis is de ramp, niet de komst van asielzoekers
Zoek je in de politieke retoriek naar een sleutelmoment in de oversteek van de gewone Nederlander naar rechts, dan kom je al gauw uit bij de aanslag op de Twin Towers en de onstuimige opkomst van Pim Fortuyn in de kiezersgunst in de maanden na die kwade dag op 11 september 2001.
‘Het klassieke beroep op de politieke wijsheid van het gewone volk lijkt geheel bij rechts terecht te zijn gekomen’, constateerde historicus Piet de Rooy destijds al. Met al zijn theatrale gaven appelleerde Fortuyn aan het gevoel dat vreemde krachten die de veiligheid bedreigen en masse het land binnenkomen. Hij wist zeker, zei hij, dat acht op de tien asielzoekers ‘gelukszoekers’ of ‘avonturiers’ waren, en concludeerde dat Nederland met zijn asielbeleid ‘de malle Pietje van de wereld’ was. Zijn oplossing kwam neer op een sluiting van de grenzen voor asielzoekers: ‘Als je stevig moet dweilen, moet je eerst de kraan dichtdraaien, dat kan iedere ordentelijke huisvrouw bevestigen.’
Over de klimaatcrisis kon hij kort zijn: ‘Ik geloof dat hele CO2-verhaal niet.’ Het patroon is herkenbaar: ook nu bagatelliseren of ontkennen de partijen in de rechterhoek de ernst van het opwarmende klimaat, en schilderen ze de komst van asielzoekers naar Nederland af als een ramp die onbeheersbare proporties dreigt aan te nemen. De onderliggende suggestie is duidelijk. Met het beleid dat zij voorstaan, zeggen VVD, BBB en geestverwante partijen, moeten de vluchtelingen in hun eigen regio een veilig heenkomen zoeken en kunt u, gewone Nederlander, zoals u gewend bent vlees blijven eten, vliegen en autorijden. U zult dus zo veel mogelijk zijn gevrijwaard van ongewenste veranderingen in uw leefwijze en gewoonten, en hoeft niet te vrezen voor uw vertrouwde leven in uw vertrouwde omgeving.
Verschenen in De Groene Amsterdammer nr. 40 (4 oktober 2023).